Innovatie: inzicht in vernieuwingsprocessen.
Wat betekenen deze inzichten voor mij als (toekomstig) specialist kind, leren en media?
Een vraag aan het begin van ons college dat meteen zorgde voor een hoop stof tot nadenken. De samenleving maakt grote stappen en er zijn flink wat veranderingen gaande. Binnen het onderwijs wordt er dan ook verwacht dat wij tegemoet komen aan al deze veranderingen en naarmate het vordert ons onderwijs hierop aanpassen.
Naar mijn idee ligt onze toekomst in handen van ICT en media. Dit is dan ook de voornaamste reden waarom ik voor de minor kind, leren en media heb gekozen.
Na deze minor hoop ik van waarde te kunnen zijn op het gebied van interactieve media binnen het onderwijs.
Rogers (2003) heeft een theorie opgesteld over innovatie. In zijn theorie maakt hij onderscheid tussen vijf verschillende innovatoren, namelijk:
* Innovatoren (innovators) (2,5%)
Deze groep mensen zijn de eerste die het product willen hebben. Ze zijn op zoek naar het
nieuwste van het nieuwste.
* Pioniers (early adopters) (13,5%)
Net na de innovators bestaat de groep van early adopters uit mensen die ook uit zijn op nieuwe
dingen. Deze fase wordt gekenmerkt door een sterke groei in de verkoop.
* Voorlopers (early majority) (34%)
Dit is de eerste grote groep mensen die het product gaat kopen. Het product wordt door de massa
opgenomen en bereikt zijn volwassenheidsfase.
* Achterlopers (late majority) (34%)
Het product is volwassen, het overgrote deel van de markt is bekend met het product en koopt
het. De verkopen zullen langzaam afnemen in deze fase.
* Achterblijvers (laggerds) (16%)
De laatste fase van het product. Het product gaat eigenlijk de markt uit en een laatste groep
mensen koopt het product vanwege (bijvoorbeeld) een goede aanbieding. De verkopen zullen
afnemen in deze fase.
Wat betekenen deze inzichten voor mij als (toekomstig) specialist kind, leren en media?
Een vraag aan het begin van ons college dat meteen zorgde voor een hoop stof tot nadenken. De samenleving maakt grote stappen en er zijn flink wat veranderingen gaande. Binnen het onderwijs wordt er dan ook verwacht dat wij tegemoet komen aan al deze veranderingen en naarmate het vordert ons onderwijs hierop aanpassen.
Naar mijn idee ligt onze toekomst in handen van ICT en media. Dit is dan ook de voornaamste reden waarom ik voor de minor kind, leren en media heb gekozen.
Na deze minor hoop ik van waarde te kunnen zijn op het gebied van interactieve media binnen het onderwijs.
Rogers (2003) heeft een theorie opgesteld over innovatie. In zijn theorie maakt hij onderscheid tussen vijf verschillende innovatoren, namelijk:
* Innovatoren (innovators) (2,5%)
Deze groep mensen zijn de eerste die het product willen hebben. Ze zijn op zoek naar het
nieuwste van het nieuwste.
* Pioniers (early adopters) (13,5%)
Net na de innovators bestaat de groep van early adopters uit mensen die ook uit zijn op nieuwe
dingen. Deze fase wordt gekenmerkt door een sterke groei in de verkoop.
* Voorlopers (early majority) (34%)
Dit is de eerste grote groep mensen die het product gaat kopen. Het product wordt door de massa
opgenomen en bereikt zijn volwassenheidsfase.
* Achterlopers (late majority) (34%)
Het product is volwassen, het overgrote deel van de markt is bekend met het product en koopt
het. De verkopen zullen langzaam afnemen in deze fase.
* Achterblijvers (laggerds) (16%)
De laatste fase van het product. Het product gaat eigenlijk de markt uit en een laatste groep
mensen koopt het product vanwege (bijvoorbeeld) een goede aanbieding. De verkopen zullen
afnemen in deze fase.
Via: http://nl.wikipedia.org/wiki/Innovatietheorie_van_Rogers
Als ik deze innovatoren vergelijk met mijn rol binnen het onderwijs, dan kan ik concluderen dat ik tot de voorlopers hoor. Ik hoef niet als allereerste in het bezit te zijn van de nieuwste software maar zodra het een beetje bekendheid heeft volg ik de ontwikkelingen.
Ik hoop binnen het onderwijs dusdanige stappen te maken zodat ik mij kan ‘aansluiten’ bij de pioniers. Nieuwe dingen uitproberen in het onderwijs en dus een collega worden die de ‘laggards’ probeert te promoveren tot achterlopers of zelfs voorlopers.
Volgens Rogers (2003) slagen innovaties pas wanneer er sprake is van focus.
Hiermee bedoelt hij dat alle aandacht gericht is op het laten slagen van de vernieuwing.
Rogers (2003) heeft hiervoor vijf succesfactoren opgesteld:
* Compatibility:
Past het bij jou als leerkracht? Past het binnen de organisatie van de school?
* Profitability:
Heb je er voordeel bij? Heeft het een meerwaarde? Verhogen de leeropbrengsten binnen je klas?
* Complexity:
Begrijp je het? Maak inzichtelijk wat je wilt vernieuwen en hoe je dit aanpakt.
* Observability:
Kun je het ergens bekijken? Probeer of je ergens kunt observeren hoe het werkt of laat aan je
collega's zien hoe jij met innovatie omgaat.
* Trialability:
Kun je ermee experimenteren? Is er ruimte om te proberen? Probeer het de eerste keer wel
kleinschalig te houden voordat je weet of het resultaat boekt.
Innovatie is een proces dat iedere keer anders kan zijn. Soms verloopt het succesvol en soms kom je er met behulp van bovenstaande succesfactoren achter dat er meer nodig is om de innovatie tot een goed einde te brengen. Tijdens mijn stage het afgelopen half jaar, heb ik veel gebruik gemaakt van het programma Gynzy. Binnen de school was het onderwijsprogramma wel bekend maar werd er zelden tot nooit mee gewerkt. Na schooltijd heb ik samen met mijn mentor de tijd genomen om haar wat uitleg te geven over Gynzy. Uiteindelijk na wat zelfstandig uitproberen van mijn mentor is zij ook aan het werk gegaan met het programma en deelde uiteindelijk zelfs lessen met haar collega’s die ze dus ook had aangespoord om met Gynzy aan het werk te gaan. Ik ben van mening dat het een kwestie is van open staan voor het leren van nieuwe dingen. Al moet daarvoor wel goed worden samengewerkt met collega’s en omgeving!
Bronnen:
Rogers, M. (2003) Diffusion of innovators. (5th ed.) New York.
Wikipedia. (2005) http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Plc.gif geraadpleegd op 23-02-2014
Als ik deze innovatoren vergelijk met mijn rol binnen het onderwijs, dan kan ik concluderen dat ik tot de voorlopers hoor. Ik hoef niet als allereerste in het bezit te zijn van de nieuwste software maar zodra het een beetje bekendheid heeft volg ik de ontwikkelingen.
Ik hoop binnen het onderwijs dusdanige stappen te maken zodat ik mij kan ‘aansluiten’ bij de pioniers. Nieuwe dingen uitproberen in het onderwijs en dus een collega worden die de ‘laggards’ probeert te promoveren tot achterlopers of zelfs voorlopers.
Volgens Rogers (2003) slagen innovaties pas wanneer er sprake is van focus.
Hiermee bedoelt hij dat alle aandacht gericht is op het laten slagen van de vernieuwing.
Rogers (2003) heeft hiervoor vijf succesfactoren opgesteld:
* Compatibility:
Past het bij jou als leerkracht? Past het binnen de organisatie van de school?
* Profitability:
Heb je er voordeel bij? Heeft het een meerwaarde? Verhogen de leeropbrengsten binnen je klas?
* Complexity:
Begrijp je het? Maak inzichtelijk wat je wilt vernieuwen en hoe je dit aanpakt.
* Observability:
Kun je het ergens bekijken? Probeer of je ergens kunt observeren hoe het werkt of laat aan je
collega's zien hoe jij met innovatie omgaat.
* Trialability:
Kun je ermee experimenteren? Is er ruimte om te proberen? Probeer het de eerste keer wel
kleinschalig te houden voordat je weet of het resultaat boekt.
Innovatie is een proces dat iedere keer anders kan zijn. Soms verloopt het succesvol en soms kom je er met behulp van bovenstaande succesfactoren achter dat er meer nodig is om de innovatie tot een goed einde te brengen. Tijdens mijn stage het afgelopen half jaar, heb ik veel gebruik gemaakt van het programma Gynzy. Binnen de school was het onderwijsprogramma wel bekend maar werd er zelden tot nooit mee gewerkt. Na schooltijd heb ik samen met mijn mentor de tijd genomen om haar wat uitleg te geven over Gynzy. Uiteindelijk na wat zelfstandig uitproberen van mijn mentor is zij ook aan het werk gegaan met het programma en deelde uiteindelijk zelfs lessen met haar collega’s die ze dus ook had aangespoord om met Gynzy aan het werk te gaan. Ik ben van mening dat het een kwestie is van open staan voor het leren van nieuwe dingen. Al moet daarvoor wel goed worden samengewerkt met collega’s en omgeving!
Bronnen:
Rogers, M. (2003) Diffusion of innovators. (5th ed.) New York.
Wikipedia. (2005) http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Plc.gif geraadpleegd op 23-02-2014